- left
- n. s (in politiek)left1[ left]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord〉1 erhand ⇒ 〈bij uitbreiding, boksen〉 se2 〈dramaturgie〉erzijde van toneel 〈van daaruit gezien〉3 se draaiII 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉1 〈the〉erkant/zijde ⇒ s, erhand♦voorbeelden:1 keep to the left • s (aan)houdenturn to the left • s afslaanon your left • aan uw erhandIII 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud; vaak Left; the〉1 〈politiek〉s ⇒ de progressieven2 ervleugel ⇒ vooruitstrevend deel van een groepering♦voorbeelden:1 move to the left • naar s opschuiven————————left2〈bijvoeglijk naamwoord〉1 er ⇒ s2 〈ook Left; politiek〉s ⇒ progressief♦voorbeelden:1 left eye • eroog〈honkbal〉 left field • sveldleft turn • se draai; 〈in het bijzonder〉kwartslag naar sat/on/to one's left hand • aan zijn erhand2 vote left • s stemmen¶ have two left feet • onhandig zijn————————left3〈verleden tijd en voltooid deelwoord〉→ leaveleave/————————left4〈bijwoord〉1 s ⇒ aan de erzijde2 naar s ⇒ saf, som♦voorbeelden:2 turn left • s afslaan→ rightright/
English-Dutch dictionary. 2013.